Abortus geschrapt uit het Strafwetboek

Abortus geschrapt uit het Strafwetboek

In oktober 2018 heeft de wetgever abortus (of: vrijwillige zwangerschapsonderbreking) uit de strafwet gehaald. Daardoor is de vrijwillige zwangerschapsonderbreking niet langer een misdrijf tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid. Niettemin blijft abortus strafrechtelijk gesanctioneerd als die gebeurt buiten het wettelijk kader. Dit wettelijk kader is geregeld door de nieuwe wet van 15 oktober 2018 betreffende de vrijwillige zwangerschapsonderbreking.

Sinds 1990 is abortus in België toegelaten onder bepaalde voorwaarden. Abortus stond echter nog wel vermeld in het strafwetboek. Deze voorwaarden worden nu vastgelegd in de nieuwe wet van 15 oktober 2018, die in werking is getreden op 8 november 2018. De meerderheidspartijen waren van mening dat het bestraffen van abortus stigmatiserend zou werken. De artikelen omtrent abortus dienden bijgevolg volledig uit het strafwetboek gehaald te worden en omgezet te worden in een specifieke wet.

In de praktijk zal de wetwijziging weinig veranderen.  

Zo blijft abortus mogelijk tot voor het einde van de twaalfde week na de bevruchting. De arts moet de vrouw grondig inlichten over de medische risico’s van de ingreep en wijzen op de alternatieven. De arts vergewist zich daarnaast van de vaste wil van de vrouw om haar zwangerschap te laten afbreken.

Er is een verplichte bedenktermijn van zes dagen na de eerste raadpleging, tenzij er een medische reden bestaat om de zwangerschapsafbreking te versnellen.

Na de termijn van twaalf weken kan de zwangerschap alleen in twee gevallen vrijwillig worden afgebroken: indien de zwangerschap een ernstig gevaar inhoudt voor de gezondheid van de vrouw of indien vaststaat dat het kind zal lijden aan een uiterst zware ongeneeslijke kwaal.

De arts kan niet worden gedwongen om mee te werken aan de zwangerschapsafbreking. Indien de arts weigert, is hij wel verplicht de vrouw door te verwijzen en het medisch dossier door te sturen naar een andere arts, een centrum voor zwangerschapsafbreking of een ziekenhuisdienst.

De straffen blijven dezelfde als deze die in het strafwetboek stonden.

Wie een abortus veroorzaakt bij een vrouw die daarmee heeft toegestemd, buiten de voorwaarden van de wet, riskeert een gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar. Wanneer de abortus de dood van de vrouw tot gevolg zou hebben, voorziet de wet in een opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.

Als het de zwangere vrouw zelf is die opzettelijk een abortus laat verrichten buiten de voorwaarden van de wet,  kan de rechter een gevangenisstraf opleggen van een maand tot een jaar.

Tot slot worden ook de personen gestraft die proberen te verhinderen dat een vrouw vrije toegang heeft tot een zorginstelling die zwangerschapsafbrekingen uitvoert en dit met een gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar.

Voor meer informatie omtrent dit onderwerp, kan u terecht bij Frank Verbruggen, Isabelle Mellaerts en Sydney Caenen.

Sydney CAENEN

Advocaat